Sensomotoriek & prikkelverwerking(sensorische informatieverwerking)
Sensoriek betekent waarnemen met je zintuigen. Er zijn zintuigen die we allemaal kennen: ruiken,
proeven, horen of zien. Maar er zijn ook verborgen zintuigen, zoals het evenwichtsorgaan. Al die zintuigen werken de hele dag samen om ervoor te zorgen dat we goed reageren op onze omgeving. Ze informeren ons in feite over de wereld om ons heen en ons eigen lichaam. Dit neurologische proces noemen we sensorische informatieverwerking. Wanneer dit proces niet adequaat verloopt kan een kind erg gevoelig zijn voor prikkels (“hoog sensitief”) of juist moeite hebben om zich bewust te worden van de omgeving of het eigen lichaam, dus dat de prikkels onvoldoende waargenomen worden. Hierbij kan gedacht worden aan onderstaande reacties: ● bewegen (evenwichtsorgaan): angst om te bewegen, niet willen klimmen, klauteren, schommelen, moeite met leren fietsen e.d. óf juist geen gevaar zien, alleen maar willen bewegen; ● tast: overgevoelig reageren op aanrakingen, lage pijngrens hebben, agressief gedrag vertonen op onverwachte aanraking, problemen met haren wassen, nagels knippen, etiketten in kleding, sensopathische materialen als vingerverven vermijden ed. Of juist veel willen friemelen, veel tastprikkels op willen zoeken; ● dieper spiergevoel: lage basisspierspanning, het aanleren van nieuwe handelingen kost veel tijd, onhandige of “stijve”motoriek, veel vallen, tegen mensen of materialen opbotsen; ● moeite met aannemen en handhaven van een juiste uitgangshouding, snel onderuitgezakt zitten. ● horen: negatieve reactie (bijvoorbeeld handen voor zijn oren houden) op onverwachte, harde geluiden, snel afgeleid zijn door geluiden in de omgeving (het kan bijvoorbeeld niet werken met achtergrondgeluiden). Of: niet reageren wanneer het kind wordt geroepen (ondanks goed gehoor), genieten van geluiden maken. ● kijken: snel afgeleid zijn door wat het kind ziet, veel met zijn ogen knipperen bij fel licht. Of: heeft problemen met maken van oogcontact. |